Om cariës te krijgen zijn er dus 2 dingen tegelijkertijd  nodig:

1. a.bacteriën 
   

2. b.suikers
   

De mate waarin iemand gaatjes krijgt hangt af van

1. a.de samenstelling van de tandplak (welke bacteriën komen erin voor)
   

2. b.de frequentie waarmee de tandplak zoetigheid aangeboden krijgt.
   

Iedere keer als er iets zoets de mond passeert, ook al is het maar heel weinig, dan zullen de schadelijke bacteriën een tijd lang zuur aanmaken en zal het glazuur een tijd lang opgelost worden.

Het is dus van belang ervoor te zorgen dat tandplak verwijderd wordt van de tanden  en  dat er slecht enkele momenten per dag zijn waarop zoetigheid

de mond passeert.

In de mond is het altijd vochtig en vanwege de prima temperatuur zorgt dit voor een goed klimaat voor bacteriën. Als er dan nog gezorgd wordt voor voldoende voedsel is het voor bacteriën helemaal een paradijs. Er komen honderden verschillende soorten bacteriën voor in de mond en zijn bijna allemaal onschadelijk. Sommige echter, die zich ontwikkelen in tandplak, kunnen tandglazuur aantasten.

Ons gebit is te vergelijken met een stuk gereedschap dat we iedere dag gebruiken en een mensenleven mee kan gaan. Tandglazuur is ontzettend hard, maar ondanks dat is het niet bestand tegen bepaalde zuren die vrijkomen als deze  bacteriën suikers opnemen.

De oorzaak van cariës, (de latijnse naam voor gaatjes ) is dus het oplossen van glazuur onder invloed van zuur dat door bepaalde bacteriën geproduceerd wordt.

Hierboven is te zien dat bacteriën in tandplak het glazuur eerst overal poreus maken en dat er dan spontaan een gat in het glazuur ontstaat. Dit hierboven op een gemakkelijk schoon te houden plaats in de mond. Er worden periodiek röntgenfoto’s gemaakt om beginnende gaatjes op te sporen die op onzichtbare plaatsen tussen de tanden en kiezen ontstaan.

Hiernaast is een röntgenfoto te zien waarop duidelijk de aantastingen tussen de kiezen te zien zijn. Het zijn de donkere vlekken tussen de kiezen in. Ook zijn er vullingen te zien. Deze zijn wit op de foto.